VAR verandert in een vooraf beoordeelde overeenkomst.
Op 2 juli 2015 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (34.036) aangenomen.
Als ook de Eerste Kamer akkoord gaat, gaat de Verklaring ArbeidsRelatie (VAR) met ingang van 1 april 2016 ter ziele.
Het nieuwe wetsvoorstel houdt in dat de VAR vervangen gaat worden door een nieuw systeem waarbij opdrachtgever en opdrachtnemer vooraf hun overeenkomsten ter beoordeling kunnen voorleggen aan de Belastingdienst. Ook is het de bedoeling dat de Belastingdienst voorbeeldovereenkomsten beschikbaar zal stellen.
Kort samengevat houdt het nieuwe wetsvoorstel het volgende in:
- Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn met ingang van 1 april 2016 samen verantwoordelijk voor (het beoordelen van) de arbeidsrelatie.
- Er komen modelovereenkomsten per sector met specifieke terminologie en afspraken. Deze modelovereenkomsten publiceert de Belastingdienst straks op haar eigen website (openbaar). Opdrachtnemer en opdrachtgever kunnen dan deze contracten downloaden, invullen en gebruiken. Papier is geduldig; voor het genieten van de zekerheid is wel voorwaarde dat er ook in de praktijk conform deze overeenkomsten wordt gewerkt.
- Een opdrachtgever (of belangenorganisatie of brancheorganisatie) mag ook voor alle opdrachtnemers tegelijk een eigen standaard-overeenkomst tot opdracht opstellen voor soortgelijk werk. Na goedkeuring door de Belastingdienst is ook dit contract opnieuw te gebruiken.
- De Belastingdienst geeft een oordeel over de voorgelegde overeenkomst. Deze beoordeling moet partijen zekerheid geven over de gevolgen van de overeenkomst voor de loonheffing (zie hierna).
- Er is geen verplichting tot het gebruik van de modelovereenkomsten.
- Er is geen verplichting tot het vooraf laten beoordelen van een overeenkomst. Dit is een keuze die de belastingdienst aanbiedt om zekerheid te verkrijgen.
- De aangeboden overeenkomsten worden enkel beoordeeld op de gevolgen voor de loonheffing. Er wordt geen oordeel geveld over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de opdrachtnemer in de inkomstenbelasting.
- Indien opdrachtnemer en opdrachtgever er problemen mee hebben dat hun individuele overeenkomst openbaar gemaakt wordt, dan wordt deze niet openbaar gemaakt.
- De beoordeling door de Belastingdienst zal schriftelijk worden vastgelegd. Daarbij zal worden aangegeven voor welke termijn een vrijwaring wordt gegeven. Hierbij wordt gedacht aan een termijn van vijf jaar, waarbij een voorbehoud wordt gemaakt voor als de wet- of regelgeving gedurende die vijf jaar wijzigt. Ook jurisprudentie kan aanleiding geven om een eerder beoordeelde overeenkomst in te trekken.
Beoordelingscriteria
De Belastingdienst beoordeelt de overeenkomsten enkel in het licht van de eventuele plicht van de opdrachtgever om loonheffing te voldoen of af te dragen. Hierbij is het doorslaggevend of er sprake is van een (fictieve) arbeidsovereenkomst. Hierbij moeten alle omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang worden bezien. De beoordelingscriteria zijn niet nieuw, maar worden al vele jaren gehanteerd en vloeien voort uit bestaande jurisprudentie. Factoren die van belang zijn bij het beoordelen van een (fictieve) arbeidsverhouding zijn:
- Mag de opdrachtnemer zich laten vervangen;
- Is er een verplichting tot het betalen van een vast loon;
- Bepaalt de opdrachtgever de hoogte van de beloning voor de werkzaamheden;
- Is er de verplichting tot betalen in geval van ziekte en/of vakantie van de opdrachtnemer;
- Geeft de opdrachtgever leiding en houdt deze toezicht op het werk van de opdrachtnemer;
- Geeft de opdrachtgever aanwijzingen aan de opdrachtnemer over bijvoorbeeld representativiteit, omgang met klanten, werktijden, kenbaarheid door middel van bedrijfskleding, logo’s op vervoermiddelen en visitekaartjes;
- Neemt de opdrachtgever klachten in behandeling over (het werk van) de opdrachtnemer;
- Vormen de werkzaamheden door de opdrachtnemer een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de opdrachtgever;
- Mag de opdrachtnemer niet voor verschillende opdrachtgevers tegelijk werken (exclusivieit);
- Moet de opdrachtnemer voor eigen rekening aanpassingen verrichten als het werk niet voldoet aan de overeenkomst;
- Is de opdrachtgever aansprakelijk voor de schade die een opdrachtnemer veroorzaakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden;
- Heeft de opdrachtnemer een beroepsaansprakelijkheidsverzekering;
- Zorgt de opdrachtgever voor gereedschappen, hulpmiddelen en materialen.
Om vooraf zekerheid te verkrijgen, zal opdrachtnemer en opdrachtgever tijdig de individuele overeenkomst moeten voorleggen aan de belastingdienst. Als men gebruik maakt van goedgekeurde modelovereenkomsten, dan kan men bij wijze van spreken direct aan de slag nadat de inkt gedroogd is.
Mocht achteraf blijken dat de feiten niet in overeenstemming zijn met de gepresenteerde overeenkomst, dan kan de belastingdienst overgaan tot correctie; er is mogelijk sprake van een arbeidsrelatie. De opdrachtgever krijgt een naheffingsaanslag loonheffing en werknemersverzekeringen. Vervolgens kan er nog een privaatrechtelijke discussie ontstaan als de gedupeerde opdrachtgever van mening is dat de naheffingsaanslag loonheffing te wijten is aan het gedrag van de opdrachtnemer. Volgens artikel 20 Wet financiering sociale verzekeringen is het echter niet mogelijk dat de werkgever de premies werknemersverzekeringen verhaald op de werknemer.