De basisbeurs voor nieuwe studenten wordt afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt het sociale leenstelsel. De OV-studentenkaart blijft bestaan.

Nieuwe studenten aan HBO en Universiteit zullen vanaf het studiejaar 2015-2016 geen basisbeurs meer ontvangen. De basisbeurs is op dit moment ongeveer € 100 voor thuiswonende studenten per maand of ongeveer € 265 voor uitwonende student per maand.

Nieuwe studenten krijgen de mogelijkheid om geld te lenen om hun studie te bekostigen met een zogenaamd studievoorschot.

De hoogte van de lening bedraagt maximaal € 1.016 per maand, inclusief € 378 aan aanvullende beurs (€ 638 zonder aanvullende beurs). De aanvullende beurs is inkomensafhankelijk. Als de ouders van de student een inkomen hebben dat minder dan € 30.000 is, bestaat er recht op de volledige maximale aanvullende beurs van € 378 per maand. Als het inkomen van de ouders hoger is dan € 46.000, dan is er voor de student geen recht meer op een aanvullende beurs. De aanvullende beurs wordt ongezet in een gift als de student binnen 10 jaar het diploma haalt.

De regels voor aflossing zijn redelijk soepel. Aflossen mag in 35 jaar (was oorspronkelijk 15 jaar) en de maximale aflossing bedraagt 4% van het jaarinkomen (was oorspronkelijk 12%). Als het inkomen van de student lager is dan het minimuminkomen, hoeft hij nog niet af te lossen. Als na 35 jaar de studieschuld nog niet is afgelost, dan wordt de restant studieschuld kwijtgescholden. Het rentepercentage dat over de studieschuld berekend wordt, is gelijk aan de rente op Nederlandse staatsleningen met een looptijd van ongeveer 5 jaar; op dit moment ongeveer 1%.

MBO studenten houden voor het komend studiejaar nog recht op de basisbeurs. MBO studenten zullen waarschijnlijk in 2017 ook recht krijgen op de OV-studentenkaart, zoals die op dit moment al geldt voor HBO'ers en universitaire studenten.

Het NIBUD heeft berekend dat een uitwonende student per maand een bedrag van € 1.110 kwijt is aan studie- en levenskosten. Dit bedrag ligt hoger dan de maximale lening, verhoogd met de maximale aanvullende beurs.

Dit betekent dat de student moet zorgen voor eigen inkomsten of dat de ouders van de student maandelijks moeten bijspringen of dat de student zich een aantal zaken moet ontzeggen waar het NIBUD wel rekening mee houdt.

Een vierjarige studie kost volgens het NIBUD: 4 jaar x 12 maanden x € 1.110 = € 53.280.