Ouderentoeslag vervalt, actie gewenst!
AOW’ers met een klein inkomen uit werk en woning betalen minder belasting over hun vermogen omdat ze gebruik kunnen maken van de ouderentoeslag in box 3.
Met ingang van 1 januari 2016 (het belastingjaar 2016) komt daar een einde aan. Het kabinet bezuinigt namelijk op een aantal fiscale voordelen voor senioren; één daarvan is de ouderentoeslag. De bezuinigingsmaatregel moet het kabinet 190 miljoen euro opleveren.
De ouderentoeslag is een belastingvoordeel voor AOW'ers met een laag inkomen in box 1, maar met een redelijk vermogen.
Door de ouderentoeslag is een groter deel van hun vermogen vrijgesteld van box 3-heffing. Vanaf volgend jaar betalen ouderen net zo veel belasting over hun vermogen als andere leeftijdsgroepen.
Iedereen met spaargeld, aandelen of een tweede woning betaalt daarover belasting in box 3. Wel is er een belastingvrijstelling voor vermogens onder de € 21.330 (en € 42.660 voor fiscale partners).
Boven deze grens betaal je 1,2% vermogensrendementsheffing in box 3. De ouderentoeslag zorgt er echter voor dat het vermogen waarover je geen belasting betaalt, toeneemt. Voorwaarde is wel dat je gepensioneerd bent en dat je inkomen uit werk en woning (verhoogd met persoonsgebonden aftrek) niet te hoog is. De ouderentoeslag wordt per fiscale partner berekend en komt bovenop de belastingvrijstelling van € 21.330.
Toepasselijke tabel:
| Inkomen lager dan € 14.431 Ouderentoeslag is € 28.236 | |
| Inkomen tussen € 14.431 en € 20.075 Ouderentoeslag is € 14.118 | |
| Inkomen hoger dan € 20.075 Geen ouderentoeslag | 
Om in aanmerking te komen voor de ouderentoeslag, mag je niet meer dan € 282.226 euro (of € 564.451 euro voor fiscale partners) aan vermogen in box 3 bezitten.
Andere aspecten:
Het verdwijnen van de ouderentoeslag heeft ook gevolgen voor onder meer de huurtoeslag. Wanneer men effectief belasting in box 3 betaalt verliest men het recht op huurtoeslag. De fiscus gaat er dan vanuit dat genoeg vermogen aanwezig is om de huur te kunnen betalen. Door het wegvallen van de ouderentoeslag zullen meer ouderen vermogensbelasting moeten betalen en raken zij hun huurtoeslag dus kwijt.
Met het vervallen van de ouderentoeslag komt er een hoger verzamelinkomen, hetgeen tevens een lagere zorgtoeslag impliceert.
Het schrappen van de ouderentoeslag heeft daarnaast invloed op de eigen bijdrage voor verzorgings- en verpleeghuizen. De eigen bijdrage voor langdurige zorg is namelijk onder meer gebaseerd op de hoogte van het niet-vrijgestelde vermogen in box 3. Als de vrijstelling omlaag gaat wordt de eigen bijdrage hoger.
Ouderenbelangenvereniging ANBO maakt zich terecht zorgen over de koopkracht van 65-plussers. Met name ouderen die op dit moment huurtoeslag ontvangen en met hulp van de ouderentoeslag géén heffing in box 3 verschuldigd zijn, moeten voor 1 januari 2016 hun vermogen naar beneden trachten bij te stellen of accepteren dat er geen huurtoeslag meer mogelijk is zoals onderstaand voorbeeld verduidelijkt.
Echtpaar Jan en Marie, beiden 70 jaar oud, wonen gehuurd en ontvangen maandelijks € 200 huurtoeslag. Marie beschikt over een bruto-AOW voor gehuwden ad € 9.793 per jaar en Jan heeft daarnaast nog een bruto-pensioen van € 8.000 per jaar. Hun banktegoeden bedragen € 50.000.
De toepasselijke vrijstellingen in box 3 bedragen (op basis van het voorgaande) in 2015:
€ 21.330 + € 21.330 (algemene vrijstelling box 3) + € 28.236 + € 14.118 (ouderentoeslag voor resp. Marie en Jan) is in totaal € 85.014.
Aangezien de vrijstellingen hoger zijn dan de banktegoeden hoeft het echtpaar in 2015 geen box 3 heffing te betalen.
In 2016 vervalt de ouderentoeslag. Het gevolg is dat Jan en Marie in box 3 over een belastbaar vermogen beschikken van € 50.000 - € 21.330 - € 21.330 = € 7.340.
Hierover moeten ze 1,2% belasting betalen; een bedrag van € 88.
Aangezien ze nu over belastbaar vermogen in box 3 beschikken vervalt de huurtoeslag.
Het netto inkomensnadeel komt op jaarbasis uit op € 2.400 (12 x € 200, huurtoeslag) + € 88 (box 3 heffing) is € 2.488, oftewel 9% van hun bruto-inkomen, een substantieel bedrag!
Jan en Marie doen er dan ook goed aan om in 2015 minimaal een bedrag van € 7.340 weg te schenken aan de (klein)kinderen. Ze kunnen ook een notariële schuldigerkenning (6% rente per jaar te betalen) doen naar hun eventuele kinderen of roerende zaken aankopen.
Let op: er geldt voor de aftrek van schulden in box 3 een drempel van € 3.000 per partner (was tot 2015 € 2.900). De schuldigerkenning dient derhalve minimaal € 13.340 (€ 7.340 plus € 6.000) te bedragen om het gewenste effect te sorteren.
