Fiscaal partner voor de Inkomstenbelasting?
Wanneer u fiscaal als elkaars partner wordt aangemerkt, heeft dit diverse gevolgen. Die kunnen positief, maar ook negatief uitpakken. Het is dan ook van belang te weten wanneer er sprake is van fiscaal partnerschap.
De meest duidelijke situatie doet zich voor als er sprake is van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Dan zijn partners in fiscaal opzicht altijd partner van elkaar.
U kan tevens als fiscaal partner kwalificeren wanneer u beiden op hetzelfde adres staat ingeschreven. Dan is echter wel vereist dat er voldaan wordt aan één of meer van de volgende voorwaarden:
- U bent allebei meerderjarig en u hebt samen een notarieel samenlevingscontract afgesloten,
- U hebt samen een kind of één van u heeft van de ander een kind erkend,
- U bent bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners,
- U bezit samen een eigen woning en woont hier ook allebei in,
- U bent allebei meerderjarig en op uw adres staat ook een minderjarig kind van één van u beiden ingeschreven, uitgezonderd indien er sprake is van commerciële verhuur,
- U bent meerderjarig en woont met een minderjarig kind in een opvangwoning of een huis voor beschermd wonen die u kreeg via de WMO. U bewoont die woning samen met een meerderjarige die ook op dat adres staat ingeschreven,
- U was het voorafgaande jaar al fiscale partners.
Opmerking BM-Advisering:
U bent als ongehuwde geen fiscaal partner meer als u niet langer samen op hetzelfde adres staat ingeschreven. Gehuwden en geregistreerde partners blijven elkaars partner ook al wonen ze niet meer samen.
Als mensen fiscaal gezien elkaars partner zijn, dan heeft dat als voordeel dat een aantal aftrekposten onderling vrij verdeeld mogen worden, zoals de aftrek van hypotheekrente, zorgkosten, studiekosten en giften. Deze posten kunnen toegerekend worden aan de partner die in het hoogste belastingtarief valt, waardoor er optimaal geprofiteerd kan worden.
Ook het vermogen in box 3 mag onderling verdeeld worden. Dit is met name voordelig als de minst verdienende partner geen of weinig eigen inkomsten heeft en hierdoor zijn/haar heffingskorting geheel of gedeeltelijk niet kan verrekenen.
Het fiscaal partnerschap kan ook nadelig uitpakken. Zo is bijvoorbeeld de aftrek van zorgkosten gekoppeld aan de hoogte van het gezamenlijke inkomen. Zonder partner is er meer aftrek mogelijk.