Massaal bezwaar tegen de vermogensrendementsheffing 2017.
Tot 1 januari 2017 was de vermogensrendementsheffing een vast percentage van het belastbare vermogen sparen en beleggen. Met ingang van 1 januari 2017 is het tarief van de vermogensrendementsheffing progressief geworden, waardoor het bij partners van belang is geworden om het vermogen zo optimaal mogelijk te verdelen over beide partners.
Veel belastingplichtigen zijn van mening dat de gehanteerde percentages onvoldoende in overeenstemming zijn met de actuele marktsituatie. De overheid verdedigt zich door te stellen dat zij de percentages berekend heeft op basis van de met het Parlement gemaakte afspraken.
Het gevolg was dat veel belastingplichtigen bezwaarschriften tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017 zijn gaan indienen. De vraag was vervolgens hoe de belastingdienst deze stroom van bezwaren denkt te gaan afhandelen.
Onlangs is de belastingdienst in een Aanwijzingsbesluit onder bepaalde voorwaarden akkoord gegaan met een massaal bezwaarprocedure voor de bezwaren tegen de vermogensrendementsheffing 2017.
Op deze wijze kan de belastingdienst de werklast voor de ingediende bezwaarschriften beperken en de bezwaarschriften aanhouden totdat de hoogste rechter een eindoordeel heeft geveld. Daarnaast spaart de (meeliftende) belastingplichtige zich € 126 griffierechten uit voor een eventuele rechtszaak.
Op 29 augustus 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën in een brief de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van de aanvullende eisen voor massaal bezwaar:
- Het bezwaar mag enkel gaan over de rechtsvraag of er sprake is van een schending van artikel 1 EP EVRM (eerste Protocol bij het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden). In dat geval is er sprake van een inbreuk op het eigendomsrecht van de burger.
- Het bezwaar mag niet gaan over de vraag of sprake is van een individuele buitensporige last voor de betreffende belanghebbende. Hierbij wordt geklaagd over het feit dat de belastingheffing veel meer is dan 30% van het werkelijke rendement.
Mensen die in hun bezwaarschrift toch spreken over een individuele buitensporige last krijgen van de belastingdienst een brief, waarin wordt aangegeven dat zij op deze wijze niet kunnen meeliften met het massaal bezwaar. Het voorstel van de belastingdienst is om het bezwaarschrift te splitsen. Een individuele grief (te weten een buitensporige last) leent zich immers niet voor massale afdoening.
Er wordt deze bezwaarmakers twee mogelijkheden geboden:
- De individuele buitensporige last wordt door belanghebbende terug genomen, waardoor het bezwaar onder het massaal bezwaar valt;
- De individuele buitensporige last wordt niet terug genomen. Het bezwaarschrift wordt gesplitst. Het onderdeel bezwaar tegen individuele buitensporige last wordt door de belastingdienst individueel afgedaan (afgewezen) en de belanghebbende zal zelf moeten gaan procederen. Meeliften op het massaal bezwaar is voor dit deel niet mogelijk.
Visie BM-Advisering en BM-Accountancy:
In de pers is er al veel geschreven over deze procedure. Aangezien wij de belangen van onze klanten zo goed mogelijk verdedigen, maken wij sinds kort (als wij over de aanslag 2017 beschikken) bezwaar tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 tot behoud van rechten. De hoogste rechter in belastingzaken zal naar verwachting een uitspraak doen in 2019 of 2020.
Met ons bezwaar sluiten wij aan bij de door de overheid geopende massaal bezwaarprocedure. Dit betekent dat we op dit moment enkel bezwaar maken tegen schending van artikel 1 EP EVRM en dat we (nog) geen bezwaar maken tegen de individuele buitensporige last.
Mogelijkerwijs zal te zijner tijd ook bezwaar gemaakt moeten worden tegen de vermogensrendementsheffing 2018.
Het uiteindelijke oordeel van de belastingrechter kan zijn:
- Aanslag is correct. De wetgever heeft haar beleidsvrijheid niet overschreden en is niet in overtreding met artikel 1 van het eerste Protocol bij het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
- Aanslag is niet correct. Het box-3 systeem wordt in zijn geheel buiten werking gesteld (in strijd met de Grondwet) en de geheven belasting in box 3 moet worden gerestitueerd. Deze uitspraak zal een gat in de begroting slaan.
- Aanslag is niet correct. De aanslag voor box 3 moet beperkt worden tot 30% van het daadwerkelijk genoten rendement. Er zal nader onderzoek nodig zijn en de teveel betaalde belasting zal aan de burger terug gegeven moeten worden.
Ook al maken wij voor onze klanten gebruik van de mogelijkheid van collectief bezwaar, toch vragen wij onze klanten de aanslag tijdig te betalen. Mocht de massaal bezwaarprocedure gewonnen worden en er vindt een verlaging van de aanslag plaats, dan zal de overheid 4% invorderingsrente vergoeden.
Klanten waarvoor (om welke reden dan ook) geen bezwaarschrift is ingediend, kunnen bij winst in de massaal bezwaarprocedure sinds 1-1-2016 géén beroep meer doen op een gelijke behandeling. Dit is de reden dat wij niet ontkomen aan het formeel indienen van een bezwaarschrift tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 per belastingplichtige.
