Transitievergoeding en slapende dienstverbanden:
De Telegraaf meldde op 6 februari 2018 het navolgende: “Duizenden zieke of arbeidsongeschikte werknemers hebben een ’slapend’ dienstverband”. Door de zieke werknemer in dienst te houden proberen werkgevers te voorkomen dat ze een forse transitievergoeding moeten betalen. Er wordt door de zieke werknemer niet meer gewerkt, en er wordt ook geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer betaald, vandaar de naam ‘slapend dienstverband’, ook wel ‘spookcontract’.
Hoe is het wettelijk geregeld?
Bedrijven zijn verplicht om het salaris van zieke werknemers 104 weken door te betalen (meestal het eerste jaar tegen 100% en het tweede jaar tegen een lager percentage). Als zij de arbeidsovereenkomst met de langdurig arbeidsongeschikte werknemer willen opzeggen, moet de werkgever een transitievergoeding (maximaal € 79.000) betalen. Dit wordt door werkgevers als onrechtvaardig gezien. Voor de werknemer is er sprake van een compensatie voor het verlies aan inkomen dat met het ontslag gepaard gaat. Om de betaling van de transitievergoeding te omzeilen, houden werkgevers de werknemer in dienst. Alleen op papier is nog sprake van een arbeidsovereenkomst (met vrijstelling van het leveren van arbeid).
Het in dienst houden van arbeidsongeschikte werknemers is wettelijk toegestaan. Maar helemaal risicoloos is het niet voor werkgevers. Allereerst bestaat de mogelijkheid dat de werknemer zich op enig moment weer beter meldt. De werkgever zal dan weer aan de re-integratie verplichtingen moeten voldoen en eventueel arbeid moeten aanbieden. Ook het bedrag van de transitievergoeding loopt hoger op, omdat de periode waarover de transitievergoeding moet worden berekend langer wordt. Misschien komt er nog een dienstjubileum met financiële verplichtingen tussendoor. Uiteindelijk kan dit duurder uitpakken dan het niet hoeven betalen van een transitievergoeding.
Het vorige kabinet heeft op 23 maart 2017 het wetsvoorstel "Transitievergoeding bij ontslag" ingediend bij de Tweede Kamer, maar dat bleef door de kabinetswisseling liggen (het was een van de wetsvoorstellen die na de verkiezingen controversieel werden verklaard). De voorgestelde regeling biedt een oplossing voor werkgevers die in de problemen komen, omdat zij alsnog een transitievergoeding moeten betalen nadat een zieke medewerker al twee jaar is doorbetaald of zij een werknemer vanwege bedrijfseconomische redenen moeten ontslaan. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zullen werkgevers worden gecompenseerd voor de betaling van de transitievergoeding in gevallen waarin de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt of niet verlengt vanwege arbeidsongeschiktheid. Omdat de compensatie ten laste komt van het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf), zullen werkgevers hier wel een hogere premie voor moeten gaan betalen.
Het is de bedoeling van de huidige regering om het wetsvoorstel “Transitievergoeding bij ontslag” met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 in te voeren (waardoor werkgevers de betaalde vergoeding kunnen terugontvangen). Het parlement moet hierover nog beslissen. Vanwege de vereiste aanpassing aan de computersystemen van het UWV zal de wet niet voor 2019 kunnen ingaan.
Opmerking BM-Advisering:
Na 104 weken ziekte eindigt de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever, maar niet het dienstverband! Het dienstverband wordt als slapend dienstverband voortgezet en eindigt van rechtswege pas bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (zonder het betalen van een transitievergoeding). Voor een eerdere einddatum van het arbeidsovereenkomst zullen werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden een beëindigingsovereenkomst moeten sluiten, waarbij de werknemer en werknemer de mogelijkheid hebben om in onderling overleg iedere gepaste vergoeding af te spreken. Zij zijn niet langer gehouden aan de wettelijke transitievergoeding.
Als de werknemer niet aan een ontbinding van het contract met wederzijds goedvinden meewerkt, blijft hij (tot AOW-leeftijd) recht behouden op de transitievergoeding. Daarna vervalt zijn recht op een transitievergoeding.
Door het controversieel verklaren van het wetsontwerp hebben werkgevers en werknemers nog steeds niet de gewenste duidelijkheid gekregen.