Lijfrenten:
Bij lijfrente maken we onderscheid tussen opbouwende lijfrenten en uitkerende lijfrenten.
In de opbouwfase kan er sprake zijn van het betalen van een eenmalige koopsom of van het betalen van een periodiek premies.
Lijfrenten kun je afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij of (sinds 2006) bij een bank.
Welke mogelijkheden je met een vrijkomend opbouwend lijfrentekapitaal hebt, hangt af van de periode waarin het opbouwende lijfrenteproduct is afgesloten.
Er zijn vier groepen te onderscheiden. Hoe ouder de lijfrente-storting, hoe meer opties er zijn om het kapitaal te gebruiken bij de uitkering.
- Lijfrenteproduct afgesloten vóór 16-10-1990 tegen periodieke premiebetaling. Of lijfrenteproduct afgesloten voor 1-1-1992 tegen betaling van een eenmalige koopsom.
Hoe ouder je bent bij het afsluiten van de uitkerende lijfrente, hoe korter de looptijd mag zijn. Deze lijfrente moet bij het uitkeren minimaal 1% sterfterisico weergegeven. De uitbetaling kan voor een man van 60 jaar zelfs in 1 jaar en 1 maand plaats vinden.
De lijfrente kan ook ineens uitgekeerd worden, zonder fiscale boete.
De uitkeringen van deze uitkerende lijfrente kunnen ook geschonken worden (bijvoorbeeld de kinderen als begunstigde aanwijzen).
- Lijfrenteproduct afgesloten tot en met 31-12-2005. De vóór 2006 opgebouwde waarde van de lijfrente kan gebruikt worden voor een overbruggingslijfrente, die op een zelf gekozen moment (voor het bereiken van 65 jaar) ingaat. Voor de einddatum mag je kiezen voor 65 jaar, de pensioendatum of de AOW-datum. Met het opgebouwde kapitaal vanaf 1-1-2006 kun je geen overbruggingslijfrente afsluiten, wel een tijdelijke (bijvoorbeeld van 65 tot 70 jaar) of levenslange lijfrente. Er bestaat geen bankspaarvariant voor overbruggingslijfrenten.
- Lijfrenteproduct afgesloten tot en met 31-12-2013 (de AOW-leeftijd begint na 1-1-2014 te verschuiven). De ingangsdatum van een tijdelijke lijfrente ligt op zijn vroegst op 65 jaar en op zijn laatst 5 jaar na de ingangsdatum van de AOW.
- Lijfrenteproduct afgesloten vanaf 1-1-2014. De ingangsdatum van een tijdelijke lijfrente ligt op zijn vroegst op het moment dat de AOW ingaat en op zijn laatst 5 jaar nadat de AOW is ingegaan. De minimale uitkeringsduur is 5 jaar (liefst via banksparen). Levenslange lijfrente kunnen op elk gewenst moment ingaan en lopen door tot 20 jaar na de AOW-leeftijd (liefst via banksparen).
Opmerking BM:
Omdat de vraag naar verzekeringsproducten is gedaald, bieden steeds minder maatschappijen uitkerende lijfrentepolissen aan.
Enkele verzekeringsmaatschappijen bieden klanten de mogelijkheid om de ingangsdatum van de lijfrentepolis uit te stellen en de oude rechten te behouden. Veelal zijn dit "uitstelgarantiekoopsompolissen" of "koopsompolis met geruisloze voortzetting".
Mensen die naar het buitenland willen emigreren doen er goed aan de uitkeringen in te laten gaan in de periode dat ze nog in Nederland wonen. Woon je al in het buitenland, dan doen verzekeraars en banken moeilijk om een uitkerende lijfrente af te sluiten. De enige optie is dan afkoop (met alle nadelige gevolgen van dien), waarbij ook het belastingverdrag tussen Nederland en het emigratieland een rol speelt.
