Belastingrente.

Vanaf het belastingjaar 2012 is de heffingsrente  vervangen door de belastingrente. Voor de jaren 2011 en eerder geldt de heffingsrente nog wel.  Dit betekent dat als je voor het jaar 2011 of eerder aangifte moet doen, of een navorderingsaanslag over deze jaren ontvangt,  de heffingsrente nog steeds van toepassing is.

Belastingrente is een vergoeding voor gemiste rente.

Dit werkt naar 2 kanten. Als de belastingdienst  geld van de belastingplichtige tegoed heeft, dan moet de belastingplichtige daar rente over betalen. Heeft de belastingplichtige geld tegoed van de belastingdienst, dan betaalt de belastingdienst rente.

Een belangrijke wijziging ten opzichte van het verleden is vanaf welke datum  belastingrente wordt berekend. Voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting start die periode voor de belastingrente een half jaar na afloop van het belastingjaar. Belastingrente wordt dus berekend vanaf 1 juli. Dat was bij de heffingsrente 1 januari. Voor aanslagen over het belastingjaar 2012 vindt de renteberekening plaats vanaf 1 juli 2013.

Standaard behandeltermijn.

Daarnaast is afgesproken dat de belastingdienst enige voortvarendheid in ogenschouw neemt bij het opleggen van aanslagen. De inspecteur is verplicht binnen 13 weken na inzending van de aangifte een aanslag op te leggen. Vervolgens moet de belastingplichtige binnen 6 weken de aanslag betalen. Er wordt bij de belastingrente-berekening verondersteld dat de belastingplichtige de aanslag pas betaald tegen het einde van  de betaaltermijn.

Als de inspecteur meer dan 13 weken nodig heeft om de aanslag op te leggen, dan eindigt de belastingrentetermijn 19 weken na het indienen van de aangifte, indien de belastingplichtige moet betalen. Als belastingplichtige geld moet ontvangen van de belastingdienst, dan loopt de belastingrente gewoon door.

Wijkt de belastingdienst af van de ingediende aangifte, dan betaalt de belastingplichtige belastingrente over de gehele periode van 1 juli tot en met 6 weken na dagtekening van de aanslag. De standaard behandeltermijn van 13 weken geldt hier niet.

Hoogte belastingrente.

De belastingrente is gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. Deze bedraagt sinds 1 juli 2012 3%. De hoogte van de heffings- en invorderingsrente is niet van belang voor de belastingrente, het zijn twee verschillende werelden.

Op grond van her regeerakkoord zal met ingang van 1 januari 2014 de belastingrente voor de IB minimaal 4% moeten gaan bedragen. Voor de VPB heeft de regering een minimum van 8% in gedachte.

Voorbeeld 1:

De aangifte IB 2012 van X is op 31 maart 2013 ingediend. X heeft recht op een teruggave van € 1.500. Er wordt geen voorlopige aanslag opgelegd binnen 13 weken. Pas na 1 juli 2013 krijgt X dat bedrag terug. Hij  ontvangt vanaf 1 juli 2013 rente over € 1.500.

Voorbeeld 2:

Y heeft op 31 maart 2013 aangifte IB 2012 gedaan. De dagtekening van de aanslag is 16 december 2013. De aanslag wordt volgens de gegevens op de aangifte opgelegd. Y moet € 10.000 betalen op de aanslag. De belastingrente over € 10.000 wordt berekend over de periode van 1 juli 2013 tot en met 11 augustus 2013 (13 weken wachttijd plus maximaal 6 weken). Over de periode van 12 augustus 2013 tot 16 december 2013 is Y géén belastingrente verschuldigd.

Redenering: de belastingdienst heeft niet binnen 13 weken na inzending van de aangifte een aanslag opgelegd (30 juni 2013), daarbij moet 6 weken geteld worden voor de betaaltermijn, en dan komen we uit op 11 augustus 2013 waarop de belastingrente eindigt.

Voorbeeld 3:

Z heeft op 31 maart 2013 aangifte gedaan over 2012. De belastingdienst corrigeert het aangegeven inkomen in bovenwaartse richting en legt met dagtekening 9 december 2013 een aanslag op. Z moet op deze aanslag € 10.000 betalen. De belastingrente over € 10.000 wordt berekend over de periode van 1 juli 2013 tot en met 20 januari 2014 (6 weken na dagtekening van de aanslag)

Conclusie:

Het is de verwachting dat de belastingdienst zowel voor de IB als de VPB vrij snel na het indienen van de aangifte op geautomatiseerde wijze een voorlopige aanslag zal opleggen. Dit zal er voor zorgen dat vergoeding van belastingrente veel minder zal zijn dan onder het systeem van de heffingsrente.