BTW-carousselfraude
Wat is internationale BTW-carrouselfraude?
De essentie van intracommunautaire btw-fraude is simpel. De btw-fraudeurs kopen ‘buitenlandse’ goederen of diensten zonder dat hier effectief (door volledige aftrek van de verwervings-btw of verlegde btw) btw op drukt en verkopen deze goederen vervolgens met btw (het liefst tegen het algemene btw-tarief). De btw-fraudeurs bieden de goederen en diensten in Nederland vaak tegen een lagere prijs aan dan gebruikelijk is, zodat in een korte periode veel goederen of diensten verkocht worden. Btw-fraudeurs zijn erop uit om in een zo kort mogelijk periode zoveel mogelijk omzet te creëren om vervolgens uit de markt (proberen) te verdwijnen voordat de fiscus de btw-fraude ontdekt. Om de omzet in een korte tijdspanne zo hoog mogelijk te krijgen, handelen btw-fraudeurs meestal in dure en gemakkelijk verhandelbare goederen of diensten, zoals bijvoorbeeld parfums, mobiele telefoons, computeronderdelen, tablets en CO-emissierechten. Nadat de goederen zijn geleverd of de diensten zijn verricht dragen de fraudeurs de door de kopers betaalde btw niet af. De btw vormt op die manier de “winstmarge” voor de btw-fraudeur. Omdat de kopers de (door de verkoper niet voldane) btw in beginsel wel in aftrek brengen of terugvragen resulteert de “winst” voor fraudeurs in een (groot) “verlies” aan de zijde van de Belastingdienst. Bij btw-fraude maken de goederen veelal een “rondje” door verschillende EU-lidstaten en -bij succes- wordt dit rondje niet zelden “vrolijk” overgedaan. Bij een dergelijk “rondje” wordt gesproken van carrouselfraude.
Een verleggingsregeling zorgt ervoor dat niet de verkoper, maar de koper de btw moet voldoen. Hierdoor wordt het voor de verkoper onmogelijk om te frauderen met de btw. Een btw-verleggingsregeling is daarom een belangrijke anti-fraudemaatregel.
Staatssecretaris Weekers heeft, ter bestrijding van de btw-fraude in de handel van mobiele telefoons en computeronderdelen, in mei 2012 bij Europa een verzoek ingediend voor toepassing van de verleggingsregeling op de binnenlandse leveringen van mobiele telefoons en computeronderdelen. De verleggingsregeling ontneemt de leverancier de mogelijkheid om de aan de koper in rekening gebrachte btw in eigen zak te steken. Omdat Nederland nog geen toestemming heeft om deze verleggingsregeling toe te passen heeft de staatssecretaris zelfstandig per 1 juni 2012 een optionele verleggingsregeling ingevoerd voor transacties van € 10.000 of meer (werkt echter niet voor fraudeurs).
De Europese Commissie heeft een snelreactiemechanisme (hierna: SRM) voorgesteld als anti-fraudemaatregel. Het SRM houdt in dat een EU-lidstaat voor bepaalde (fraudegevoelige) goederen voor de duur van maximaal één jaar een verleggingsregeling mag introduceren. De termijn van een jaar geeft de EU-lidstaat de ruimte om ondertussen de gewone derogatieprocedure te volgen. Nederland is een groot voorstander om het SRM snel in te voeren.
Conclusie BM-Advisering:
Als je leest hoe groot de BTW-fraude in Europa is (geschat 200 tot 250 miljard euro per jaar), dan kun je alleen maar constateren dat het op dit moment is “dweilen met de kraan open”. Als de Europese BTW-wetgeving op orde was, zou dit in Europa vele miljarden aan extra inkomsten opleveren.
Wees alert in de boekhouding op het moment dat er grote verkopen aan nieuwe buitenlandse ondernemers-klanten intracommunautair plaats vinden. Er zijn tendensen aanwezig dat landen de BTW-vooraftrek niet langer willen toestaan als een ondernemer (bewust of onbewust) onderdeel heeft uitgemaakt van BTW-fraude.
Op 22 februari 2013, nr. BW5440, heeft de Hoge Raad prejusticiële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de gevolgen van internationale BTW-fraude en misbruik in de jaren 1999/2000. Kan de Nederlandse belastingdienst bij bewezen carrousselfraude een vrijstelling, aftrek of teruggaaf weigeren als hierover niets in de nationale wet staat?
Mag een lidstaat van de EU BTW naheffen als de belastingdienst van mening is dat er ten onrechte een nultarief of een verleggingsregeling is toegepast? Het wachten is nu op het Europese Hof om een eindoordeel te geven.
Hopelijk zijn Europese politici bereid de wet al eerder aan te passen, waardoor fraude effectief bestreden kan worden.
Misschien zijn er geen bezuiningen in 2014 meer nodig als de BTW-fraude wordt aangepakt (zowel wetgeving als betere nationale als internationale controle).