Fiscale aftrek van aan golfen verbonden kosten
Fiscale aftrek van aan golfen verbonden kosten.
De DGA van een holding met als werkmaatschappij een installatiebedrijf/technische detailhandel heeft deelgenomen aan een door een Uneto-VNI georganiseerde driedaagse GVB-cursus en daar zijn GolfVaardigheidsBewijs gehaald. De kosten zijn zakelijk geboekt. De DGA heeft verklaard dat hij zijn GVB louter heeft behaald om als ondernemer meer kans te maken op het binnenhalen van specifieke opdrachten. Toen deze uitbleven zou hij niet meer hebben gegolfd.
De inspecteur is van mening dat er sprake is van een te belaste voordeel in de loonbelasting, en legt een naheffingsaanslag op. De inhoudingsplichtige verzet zich tegen deze aanslag door te stellen dat de cursuskosten en de gemaakte kilometers zijn gemaakt ten behoeve van zakelijke doeleinden.
Hof Den Bosch d.d. 1 februari 2013, nr. 12/00213, vernietigde de naheffingsaanslag. Het lidmaatschap van een golfclub wordt meestal gezien als een privé-uitgave van de ondernemer en is daarom in de regel niet aftrekbaar. Dit is anders als het lidmaatschap als representatiekosten kan worden aangemerkt, waardoor de zakelijke belangen overheersen en er geen sprake is van uitgaven gericht op maatschappelijk aanzien. Representatiekosten worden genoemd in artikel 3.15 Wet IB 2001 en zijn aftrekbaar boven een bepaald drempelbedrag (€ 4.400 in 2013), maar de ondernemer kan bij de aangifte ook kiezen voor een vast aftrekpercentage (73,5% in 2013).
Conclusie BM-Advisering:
Als er maar goede zakelijke argumenten aangevoerd worden door de BV, dan zal er al snel sprake zijn van zakelijke representatiekosten (fiscaal 73,5% aftrek). Rechtbank Haarlem d.d. 23 februari 2010 (nr. 08/6160 en 08/6162) ging nog verder en stond volledige aftrek toe; beslissend was dat de ondernemer in privé al een lidmaatschap bij een andere golfclub had en de inspecteur blijkbaar geen beroep op artikel 3.15 Wet IB had gedaan.
Staatssecretaris Weekers heeft bij de behandeling van het Belastingpakket 2011 aangegeven dat de kosten van het lidmaatschap van een vrijetijdsvereniging (beperkt) aftrekbaar blijven als het om representatiekosten gaat (uitgaven van gemengde aard). Hij wees erop dat kosten die zijn aan te merken als ‘standsuitgaven’ volledig zijn uitgesloten van aftrek op grond van artikel 3:14 Wet IB 2001.
Bij passieve sportbeleving (bezoek voetbalwedstrijd als sponsor) worden de kosten voor 100% zakelijk gezien, zeker als er directe zakelijke belangen worden nagestreefd. Actieve sportbeleving (halen GVB-Bewijs) wordt als beperkt (73,5%) aftrekbare representatiekosten gezien, mits er zakelijke belangen aanwezig zijn. Raar dat een gezonde levensstijl 26,5% fiscaal minder gewaardeerd wordt !
Pas als de zakelijke belangen geheel ontbreken en de persoonlijke interesse van de ondernemer maatgevend zijn, dan is er niet langer sprake van bedrijfskosten, maar van een privé-uitgave c.q. standsuitgaven.