ZZP-pensioen is aanstaande.
Menig zelfstandig ondernemer heeft geen pensioenrechten opgebouwd en geen AOV-verzekering afgesloten; “wie dan leeft, wie dan zorgt”. De regering heeft in een brief van 15 januari 2014 aangegeven dat de pensioenvoorziening een eigen verantwoordelijkheid van de zelfstandigen betreft.
Een aantal ZZP-ers maakt gebruik van de jaarlijkse mogelijkheid tot dotatie aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) en draagt dit bedrag af aan een verzekeringsmaatschappij of een bank (jaarlijks of bij de beëindiging van de zaak). Het nadeel hiervan is dat bij een tussentijds faillissement ook de afgestorte gelden voor de oudedag verloren kunnen gaan. Indien zich een bijstandsaanvraag voordoet, dan zal ook met de opgebouwde oudedagsvoorziening rekening gehouden worden alvorens de gemeente gaat betalen.
Tot en met het jaar 2013 kon de jaarlijkse FOR-dotatie omgezet worden in een pensioenuitkering ingaande 65 jaar, gedurende een vooraf afgesproken periode (maximaal 20 jaar).
Met ingang van 2014 is de FOR-wetgeving gewijzigd en moet de pensioenuitkering ingaan vanaf de AOW-ingangsdatum, dus voor veel ondernemers wordt dat 67 jaar.
Enkel via de stakingslijfrente kan de ingangsdatum van een pensioen nog vóór de AOW-datum liggen, mits het een direct ingaande levenslange uitkering betreft.
Door diverse belangengroeperingen is de afgelopen jaren politieke druk uitgeoefend om voor de ZZP-er een eigen pensioenmogelijkheid te realiseren in de derde pijler (pijler 1: AOW; pijler 2: bedrijfspensioen; pijler 3: eigen oudedagsvoorzieningen).
Per 1 januari 2015 is er een vrijwillig collectieve pensioenregeling voor ZZP-ers, waarbij als belangrijke punten gelden:
- Vrijwillig instappen en vrijwillig uitstappen;
- Er is geen sprake van een verplicht pensioenfonds, waardoor de Pensioenwet niet van toepassing is;
- De inleg is flexibel, omdat het inkomen van de ZZP-er flexibel is;
- De ingelegde gelden worden collectief belegd en beheerd; doch iedere deelnemer heeft een eigen potje;
- Pensioenopbouw vindt plaats bij een instelling zonder winstoogmerk (beleggingsinstelling);
- De uitkeringsduur staat van te voren vast en is niet noodzakelijkerwijs levenslang;
- Bij arbeidsongeschiktheid kan de ondernemer het inkomen uit het opgebouwde pensioen eerder opnemen, zonder revisierente;
- Als de ZZP-er een beroep doet op de bijstand, dan telt het opgebouwde pensioen niet mee als vermogen (tenzij er sprake is van een misbruiksituatie, bijvoorbeeld een eenmalige inleg kort voor de datum van faillissement).
Het ZZP-pensioen gaat in per 1-1-2015 en biedt de mogelijkheid om reeds vanaf 60 jaar een levenslang ouderdomspensioen te gaan genieten. Als de ingangsdatum uitgesteld wordt tot de AOW-leeftijd kan er gekozen worden voor levenslang of tijdelijk (10, 15, 20 jaar) pensioen.
Ook kan er aanvullend gekozen worden voor een nabestaandenpensioen, echter dit moet via een risicoverzekering afgesloten worden (kan natuurlijk ook via een afzonderlijke polis bij een verzekeringsmaatschappij).
Alle noodzakelijke wetgeving moet in 2015 nog door het parlement aangenomen worden. Echter deze wetgeving kan rekenen op de steun van voldoende politieke partijen, dat dit slechts een formaliteit is. Echter Staatssecretaris Klijnsma heeft er via een tijdelijke regeling ervoor gezorgd dat er toch vanaf 1 januari 2015 al van de nieuwe regeling geprofiteerd kan worden door ondernemers.
Opmerking BM-Advisering:
Het ZZP-pensioen wordt ondergebracht in de derde pijler, hetgeen inhoud dat de premies tot een bepaald maximum (lijfrente-aftrek) aftrekbaar zijn en de uitkering te zijner tijd belast is. Aangezien de derde pijler binnen box 1 valt, is er geen jaarlijkse heffing in box 3 aan de orde over de opgebouwde bedragen. Te zijner tijd worden de uitkeringen belast.
De regeling staat ingaande 1-1-2015 open voor iedere ondernemer, ongeacht of dit een ondernemer zonder personeel (ZZP) of met personeel is. Ook een ondernemer, die onderdeel vormt van een vennootschap onder firma of maatschap, kan van pensioenopbouw via het ZZP-pensioen gebruik maken.
De inleg wordt afhankelijk van het jaarinkomen (vorig jaar!) en de beschikbare lijfrenteruimte (voorafgaande 7 jaren). Ook de opgebouwde FOR-stand kan door de ondernemer gebruikt worden om te storten in het ZZP-pensioen.
Het pensioen voor de ondernemer wordt flexibeler. Er zijn 2 wezenlijke verschillen met de huidige lijfrenteregeling:
1. De ondernemer die een beroep op de bijstand doet, hoeft met ingang van 2015 zijn oudedagsvoorziening in de derde pijler (hierin zit het ZZP-pensioen) niet meer op te souperen. Op deze wijze worden ondernemers gelijk behandeld met werknemers wiens pensioen in de tweede pijler (bedrijfspensioen) onaangetast blijft als zij een beroep op de bijstand doen.
2. Het derde pijler-pensioen (inclusief ZZP-pensioen) mag straks ook al uitgekeerd worden als de ondernemer langdurig arbeidsongeschikt is. Feitelijk kan hij zijn eigen inleg eerder genieten dan oorspronkelijk gepland. Hierdoor zou de ondernemer kunnen volstaan met een lager uitkeringsniveau van zijn AOV-verzekering.
Voor de ondernemer (en zijn adviseur) spelen ook nog andere zaken:
a. Kostenstructuur.
b. Transparantie.
c. Service.
d. Flexibiliteit.
Tot slot betreffende het tijdstip van aftrek van de premies. Hoofdregel is dat betaalde premies van lijfrente aftrekbaar zijn in het jaar waarin zij betaald zijn. Op de hoofdregel bestaan twee belangrijke uitzonderingen:
- Omzetting oudedagsreserve in een lijfrente en
- Omzetting van de stakingswinst in een lijfrente.
Deze omzettingen moeten binnen zes maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar zijn betaald. De vraag is hoe een en ander voor het ZZP-pensioen geregeld gaat worden.