Actualiteiten: Oort-kosten en monumentenaftrek:
Oort-kosten van 26,5% naar 20%:
Artikel 3.15 Wet IB 2001 bepaalt in 2016 dat bij het bepalen van de winst van een IB-ondernemer of resultaatgenieter tot een bedrag van € 4.500 niet in aftrek komen de kosten en lasten die verband houden met de volgende posten:
a. voedsel, drank en genotmiddelen;
b. representatie, daaronder begrepen recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak
c. congressen, seminairs, symposia, excursies , studiereizen en dergelijke.
In plaats van het bedrag van € 4.500 kan er ook voor gekozen worden om de kosten en lasten die verband houden met de in a, b en c genoemde posten voor 73,5% in aftrek te brengen (26,5% beperking).
In de op donderdag 3 november 2016 gepubliceerde derde nota van wijziging van het belastingplan 2017 wordt hier verandering in aangebracht.
Op 12 augustus 2016 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen gewezen over de vermogensetikettering van een huurrecht van een woning. Als deze huurwoning voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt, mogen volgens de rechter alle huurkosten ten laste van de onderneming gebracht worden. Dit arrest heeft gevolgen voor ondernemers in de IB en resultaatgenieters met een niet-zelfstandige werkruimte in een gehuurde woning. Het huidige aantal gebruikers van deze regeling (9.000) kan volgens de staatssecretaris groeien tot 450.000 ondernemers. De budgettaire gevolgen voor de Staat zijn te groot (minimaal 20 miljoen euro).
De Staatssecretaris komt met een wetswijziging in de derde nota van wijziging. Met ingang van 1-1-2017 is het niet langer mogelijk om een huurrecht zakelijk te etiketteren, hiervoor wordt artikel 3.16 en 3.19 gewijzigd. De staatssecretaris wil de meeropbrengst van 20 miljoen euro direct weer terug geven aan IB-ondernemers en resultaatgenieters. Daarom stelt hij voor de Oort-beperking van 26,5% terug te brengen naar 20%, zodat er minder gecorrigeerd wordt. Deze aanpassing geldt niet voor de aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen lichamen.
Toch monumentenaftrek in 2017.
Monumenteneigenaren kunnen in 2017 toch nog gebruik maken van de fiscale aftrek voor het onderhoud van monumentenpanden (aftrek over 80% van de toegestane onderhoudsuitgaven). Dat schrijft minister Bussemaker in een brief van woensdag 9 november 2016 aan de Tweede Kamer over de fiscale aftrek onderhoud monumentale panden.
Opmerkingen en reacties uit het veld zijn voor minister Bussemaker reden om de fiscale aftrek in 2017 nog aan te houden. Het kabinet had het voornemen om de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden af te schaffen. Deze aftrekpost zal vervangen worden door een niet-fiscale uitgavenregeling met een beperkter budget. Op deze wijze is een betere controle mogelijk.
Opmerking BM:
Bussemaker wijst op het risico dat het uitstel (van 1 of 2 jaar) een aanzuigende werking heeft. Als eigenaren werkzaamheden aan monumentale woningen versneld gaan uitvoeren in 2017 en 2018, dan hebben ze nog gedaan wat mogelijk is.