Overige plannen voor Prinsjesdag 2015.
De afgelopen weken zijn in de fiscale pers enkele zaken aan de orde gekomen die interessant zullen blijken op weg naar Prinsjesdag in september 2015. Er wordt momenteel gediscussieerd over de volgende punten:
- Aanpassen van de huidige ZZP-regeling.
- Aanpassen van de box-3 heffing in de inkomstenbelasting.
- De constatering dat arbeid uit loondienst te zwaar wordt belast ten opzichte van winst uit onderneming.
- De invoering van een fictief rendement voor aanmerkelijk belang aandelen in box 2 van de inkomstenbelasting.
- Het inperken van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) in de schenk en erfbelasting.
Ad 1)
Voor ZZP’ers wordt 2015 een spannend jaar. Het kabinet dient de komende maanden voorstellen te ontwikkelen inzake de fiscale behandeling en andere regels voor zelfstandigen zonder personeel (als opvolger van de VAR-verklaring). Onlangs lekten details uit van een rapport over de positie van ZZP’ers. Nog niet duidelijk is welke concrete plannen het kabinet naar aanleiding van het rapport zal ontwikkelen, maar de eerste signalen zijn onrustbarend. Zo zouden ZZP’ers verplicht een verzekering tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en ziekte moeten afsluiten.
Ad 2)
Uit de toekomstvisie inzake box 3 bij het Belastingplan 2015 van afgelopen najaar bleek dat het kabinet de gevoelens in de samenleving ter harte heeft genomen. Recent liet minister Dijstelbloem van Financiën weten op Prinsjesdag 2015 te zullen komen met een alternatief plan voor box 3. Dijsselbloem belooft te 'gaan kijken naar een manier om de vermogensbelasting rechtvaardiger te maken'. Over het 'hoe' laat hij zich vooralsnog niet uit.
Ad 3)
Een ondernemer betaalt dankzij aftrekposten (zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling) volgens een studie van het Centraal Planbureau (CPB) gemiddeld 20 procentpunt minder inkomstenbelasting dan een werknemer met eenzelfde bruto-inkomen.
De fiscale bevoordeling van zelfstandigen is om de volgende redenen wellicht verdedigbaar:
- Ondernemers lopen meer risico dan werknemers, onder meer omdat zij geen beroep kunnen doen op het sociale vangnet als zij geen opdrachten krijgen of ziek worden.
- Een werknemer kan elk jaar zijn hele inkomen opmaken. Een ondernemer moet een buffer opbouwen tegen mindere tijden en moet geld reserveren voor het doen van investeringen, banken staan immers niet meer reikhalzend uit te kijken naar ondernemers die willen investeren.
- Uit bovengenoemd CPB-onderzoek blijkt dat belastingen voor ondernemers meer verstorend werken dan voor werknemers. Als ondernemers meer belasting moeten betalen, zullen zij eerder minder of zwart gaan werken dan werknemers. En omgekeerd zullen zij harder gaan lopen als de belastingdruk omlaag gaat. Het optimale marginale belastingtarief – de belasting die je betaalt over elke euro extra – ligt voor ondernemers daarom lager dan voor werknemers.
- Ondernemers draaien zelf op voor de ZVW-premie. De afgelopen jaren lag die rond de vijf procent. Bij werknemers wordt deze premie door hun werkgever afgedragen.
Ad 4)
Op dit moment worden aandeelhouders van Box 2-aandelen belast voor het daadwerkelijk genoten dividend (15% dividendbelasting plus 10% inkomstenbelasting). Er bestaat geen fictie in box 2 zoals in box 3. Er gaan stemmen op om ook in box 2 een fictief rendement in te voeren. Als er vervolgens daadwerkelijk dividend wordt uitgekeerd, dan kan de betaalde belasting over het fictief rendement verrekend worden. De gedachte is dat op deze wijze minder geld in familiebedrijven achterblijft. Er zal sneller dividend uitbetaald worden, wellicht zelfs op jaarlijkse basis.
Ad 5)
Het feit dat ondernemingsvermogen bijna onbelast naar de volgende generatie geschoven kan worden, stuit op groot verzet bij particulieren die wel 10% tot 40% belasting moeten betalen bij de overdracht van spaargeld. De opbrengst van de schenk- en erfbelasting is fors gekelderd. De staatssecretaris heeft intussen al aangegeven dat in deze kabinetsperiode de bedrijfsopvolgingsfaciliteit zal blijven bestaan. Het is aan het volgende kabinet om hier iets aan te wijzigen. Gelet op de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer zou dat wel eens vóór 2017 kunnen zijn. Er zou haast geboden kunnen zijn om een bedrijfsoverdracht te realiseren (al dan niet via een herroepelijke schenking).