Voorwaarden lagere transitievergoeding bij kleine werkgever.
De transitievergoeding vervangt vanaf 1 juli 2015 de huidige ontslagvergoeding. Kleine werkgevers waarvan de financiële situatie niet rooskleurig is en die noodgedwongen werknemers moeten ontslaan, kunnen een lagere transitievergoeding verschuldigd zijn bij bedrijfseconomisch ontslag van personeel. Er gelden wel een aantal voorwaarden.
Dankzij een overgangsregeling die geldt tot 1 januari 2020 is het mogelijk dat een kleine werkgever (minder dan 25 werknemers) niet de gehele transitievergoeding verschuldigd is. Onder voorwaarden telt namelijk de arbeidsperiode van de werknemer vóór 1 mei 2013 niet mee voor de hoogte van de transitievergoeding. De slechte financiële situatie moet dan wel de bedrijfseconomische reden zijn om de werknemer te ontslaan, hiervoor gelden 3 cumulatieve eisen.
- Het nettoresultaat van de onderneming is in de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of door de werkgever niet wordt voortgezet, kleiner geweest dan nul.
- Er is sprake van een negatief eigen vermogen.
- De waarde van de vlottende activa is aan het einde van het boekjaar voorafgaand aan het jaar van beëindiging of niet voortzetting van de arbeidsovereenkomst, kleiner dan de kortlopende schulden. Dit zijn schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar.
Opmerking BM:
Als een kleine werkgever gebruik wil maken van de mogelijkheid om een lagere transitievergoeding te betalen, dan moet hij aantonen dat hij aan alle bovenstaande drie toetsingscriteria voldoet. Dit is een zware kluif. Is er wel economisch perspectief voor zo'n onderneming? Zowel de werkgever als de werknemer kunnen het UWV vragen te beoordelen of aan de drie criteria is voldaan.
In de meeste gevallen zullen de kleine werkgevers niet aan die drie eisen kunnen voldoen en dus gewoon gehouden zijn om, na een bedrijfseconomisch ontslag, de volledige transitievergoeding te betalen.
Daar waar bij veel kleine werkgevers de indruk bestond dat zij een beroep zouden kunnen doen op de genoemde uitzondering van de Ontslagregeling lijkt het er nu op dat een beroep op die bepaling in de meeste gevallen niet zal kunnen slagen. Al met al wordt de MKB-er in financiële nood met deze tijdelijke uitzonderingsregeling niet tot nauwelijks geholpen.