De afgelopen jaar ingevoerde Wet hervorming kindregelingen kan gevolgen hebben voor de hoogte van de kinderalimentatie. Daarnaast is het met ingang van 1 januari 2015 niet langer mogelijk dat de niet-verzorgende ouder een forfaitaire aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen in zijn aangifte inkomstenbelasting in mindering kan brengen.

De Tweede Kamerleden Heerma en Omtzigt (beiden CDA) stelden aan minister Asscher (SZW) vragen over de gevolgen van het afschaffen van de aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen. De gescheiden ouder, die geen kinderbijslag ontvangt, kon in 2014 een forfaitair bedrag in mindering kan brengen op zijn belastbaar inkomen in box 1 als hij aan bepaalde eisen voldeed (o.a. minimale financiële bijdrage van € 416 per kwartaal, kind jonger dan 21 jaar, kind heeft geen eigen recht op studiefinanciering). De afschaffing van deze aftrek is één van de wijzigingen die voortvloeit uit de Wet hervorming Kindregelingen.

Asscher zegt hierover het volgende in de Tweede Kamer: 'Over de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen is uitgebreid gecommuniceerd. Zo is er bijvoorbeeld een tool “veranderingen kindregelingen” ontwikkeld voor de site van de rijksoverheid. Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de mogelijke consequenties van de Wet hervorming kindregelingen. Ouders zullen er daarom via publieksvoorlichting op gewezen worden dat de Wet hervorming kindregelingen van invloed kan zijn op de kinderalimentatie en gewezen worden waar verdere informatie te vinden is. Het maken van afspraken over kinderalimentatie en het eventueel wijzigen daarvan is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de ouders. Zij kunnen daarvoor het Juridisch Loket, een mediator of advocaat inschakelen. Komen de ouders niet tot overeenstemming over wijziging van het alimentatiebedrag, dan kan de rechter verzocht worden de alimentatie aan te passen.'

Opmerking BM-Advisering:

Dat de kinderalimentatie met ingang van 1-1-2015 niet meer tot aftrek kan leiden bij de betalende ouder, is volgens de minister een verantwoordelijkheid voor de ouders. Dit betekent dat de wetgever geen overgangsmaatregel opstelt.

De gescheiden ouder, die alimentatie voor het kind betaalt, heeft geen recht meer op de aftrek in de aangifte inkomstenbelasting 2015, waardoor hij netto minder te besteden heeft.

Hij zou kunnen overwegen om dit nadeel bij zijn ex-echtgenote bespreekbaar te maken. Dit gaat echter niet in alle gevallen werken, zeker niet als de communicatie tussen de voormalige echtgenoten slechts is.

Dit betekent dat er werk voor advocaten komt. De overbelaste rechter wordt eveneens op de proef gesteld. Daarnaast zal ook het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (www.lbio.nl) extra werk krijgen.