Afschaffing Pensioen in Eigen Beheer (PEB).
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Wiebes op vrijdag 1 juli 2016 besloten de regeling Pensioen in Eigen Beheer (PEB) af te schaffen met ingang van 1 januari 2017. Directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) kunnen de pensioenregeling op een aantrekkelijke manier (1) afkopen of (2a en 2b) kiezen voor een voortzetting in een spaarvariant.
De pensioenregeling werd door veel DGA’s als ‘pensioenklem’ gezien; ongeveer 150.000 DGA's kunnen geen dividend uitkeren omdat er onvoldoende dekking is voor de commerciële waarde van het pensioen in eigen beheer. Het geld dat DGA’s als pensioenpot opbouwen, zit vaak vast in het eigen bedrijf (materieel, vaste activa).
- Ad 1: Afkopen in 2017, 2018 of 2019.
Daarom komt de staatssecretaris met een wetsvoorstel waarmee DGA’s het PEB kunnen afkopen met een flinke belastingkorting (omschreven als afstempeling gevolgd door afkoop). Over het vrijgekomen geld hoeven zij minder inkomstenbelasting te betalen dan normaal. In 2017 geldt een korting van 34,5% op de fiscale grondslag van het pensioen in eigen beheer, in 2018 een korting van 25% en in 2019 een korting van 19,5%. Als de DGA kiest voor afkoop, dan is de BV loonbelasting verschuldigd over de fiscale afkoopwaarde van het pensioen per 31-12-2015. Ter zake van de afkoop is geen revisierente verschuldigd. Hoe sneller de DGA beslist, hoe groter het voordeel. Of de afkoop ook over 3 jaren verdeeld mag worden, is onduidelijk.
Staatssecretaris Wiebes gaat ervan uit dat er veel interesse zal zijn in de afkoopvariant in 2017. De afkoopregeling heeft een positief effect van circa 2 miljard euro op de begroting voor 2017. Een korting van 34,5% betekent in 2017 een effectieve IB-druk over de afkoopwaarde van 52% x (100 - 34,5) = 34,06%. In 2018 is de IB-druk 39% en in 2019 41,86%. Gemakshalve laten wij de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering buiten beschouwing, omdat deze slechts verschuldigd is tot een inkomen van € 52.763 (jaar 2016).
Essentiële vragen: zijn er voldoende liquiditeiten beschikbaar om af te kopen en de verschuldigde loonbelasting af te dragen? Wat zijn de bestedingsdoelen?
- Ad 2a: Niet afkopen, opgebouwde pensioenrechten in eigen beheer tot en met 31-12-2016 respecteren.
De partner moet toestemming geven voor het veranderen van zijn/haar rechten (feitelijk een verlies accepteren). Als beide (ex) echtgenoten géén overeenstemming kunnen bereiken over een ander wijze van opbouw van het pensioen, dan worden de bestaande pensioenrechten in eigen beheer per 31-12-2016 gerespecteerd (bevroren). De commerciële waarde blijft van belang bij het afstorten van het partnerdeel, hetgeen gezien de lage huidige rentestand veelal niet voor iedereen erg interessant klinkt. Dividend uitkeren is waarschijnlijk ook niet mogelijk. Met ingang van 1 januari 2017 kan de DGA enkel nog pensioen opbouwen volgens de spaarvariant. De Staatssecretaris heeft geen mogelijkheid om de (ex) echtgenoten tot een keuze te dwingen.
- Ad 2b: Niet afkopen, pensioenpot omzetten naar spaarvariant tegen de fiscale waarde.
DGA's zetten de bestaande pensioenregeling in zijn geheel om in een spaarvariant tegen de fiscale waarde (waarschijnlijk genaamd OSEB: Oudedag Sparen Eigen Beheer). Er zijn onvoldoende financiële middelen om het pensioen in eigen beheer af te kopen. Het geld blijft in de onderneming en de DGA houdt daarmee een reservering voor de oude dag. Aan de spaarvoorziening mag niets meer worden toegevoegd buiten de jaarlijkse oprenting. Op of rond de pensioendatum moet de reservering worden omgezet naar een uitkering (vergelijkbaar met een lijfrente bankspaarrekening). Belastingheffing vindt in de uitkeringsfase plaats. Daardoor heeft deze DGA in ieder geval de mogelijkheid zijn dividendklem (grotendeels) weg te nemen, zonder dat hij acuut moet afrekenen. Door de verlenging van de afkooptermijn, heeft deze groep zelfs nog de kans om in 2018 of 2019 te kiezen voor de afkoop, als de resultaten verbeterd zijn.
Er is geen verplichting om het pensioen via de spaarvariant onder te brengen bij een externe verzekeraar. Dit mag gewoon in de eigen BV blijven zitten.
- Voorbeeld:
Een DGA van 55 jaar heeft een partner van 52 jaar. Het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen (OP) vanaf 67 jaar bedraagt € 24.000.
De fiscale voorziening per 31-12-2015 bedraagt € 191.100
De commerciële waarde bedraagt € 660.500
Het benodigd kapitaal bij overlijden bedraagt € 780.000
Afkoop in 2017 brengt een loonbelastingafdracht mee van 52% x (100 - 34,5) x € 191.100 = € 65.088. Netto te ontvangen € 126.012.
Ten gevolge van de afkoop ontstaat er mogelijk weer ruimte voor een dividenduitkering naar de DGA, te weten € 780.000 - € 191.100 = € 588.900.
Als de DGA en zijn echtgenote kiezen voor de spaarvariant in 2017, dan heeft de BV een verplichting van € 191.100 op de balans staan. Dit bedrag groeit jaarlijks aan met een rente die gebaseerd is op het U-rendement. Als het U-rendement tot de ingangsdatum van het pensioen 2% zou bedragen, dan is de uitkering € 12.120 per jaar (gedurende 20 jaar). Dit is aanzienlijk minder dan levenslang € 24.000!
- Opmerking BM-Advisering:
Met Prinsjesdag wordt het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. In eerdere debatten bleek al dat een meerderheid van de Tweede Kamer waarschijnlijk instemt met het wetsvoorstel.
Afkoop moet plaats vinden op basis van de balanswaarden per ultimo 2015, waardoor een grote dotatie vanwege een hoger salaris in 2016 er niet meer inzit (voorkoming van anticipatiegedrag). Wat er moet gebeuren met een eventuele dotatie in 2016 wordt door de Staatssecretaris vooralsnog niet aangegeven. Pensioenopbouw in eigen beheer is mogelijk tot 31-12-2016, waarbij de dotatie 2016 niet onder de afkoop kan vallen, maar in de spaarvariant opgenomen moet worden. Na 1 januari 2017 zal er geen enkele dotatie in eigen beheer meer mogelijk zijn.
De vraag blijft hoe echtgenoten of ex-echtgenoten van de DGA in kwestie zullen reageren. Zij moeten schriftelijk instemmen met een andere wijze van pensioenopbouw. Zowel bij afkoop als bij niet-afkoop gaan hun rechten achteruit. Als de (ex) partner niet mee wil werken, dan is afkoop niet mogelijk. De staatssecretaris stelt voor om in dat geval een ongelijke verdeling van de oudedagsvoorziening tussen DGA en partner overeen te komen, waarna de (ex) partner wellicht wel tot tekenen bereid is. Hij merkt dit niet aan als een schenking.
Het is niet geheel duidelijk of afkoop ook mogelijk is voor pensioen in eigen beheer, die reeds in de uitkeringsfase zitten. Ook is nog niet geheel duidelijk of bij de spaarvariant de mogelijkheid bestaat een levenslange uitkering (verzekeraar) of uitkering tot maximaal de leeftijd van 87 jaar dan wel een looptijd van maximaal 20 jaar (bancair) af te sluiten.
Moet een DGA deelnemen? Een effectieve belastingdruk bij afkoop van 34,06% (= 52% x (100- 34,5)) lijkt heel aantrekkelijk. Als de DGA (67 jaar) na ingang van zijn pensioen een inkomen in box 1 heeft dat lager is dan € 33.715 (jaar 2016) dan is zijn effectieve belastingdruk over de uitkering maximaal 22,50%. Dit is lager dan 34,06%. Bedenk daarnaast dat het netto-vermogen dat vrijkomt, nog jarenlang in box 3 belast zal gaan worden. Bedenk ook dat de belastingtarieven in box 3 met ingang van 2017 progressief worden. Wanneer echter duidelijk is dat het inkomen in box 1 na pensioendatum boven de € 33.715 zal komen te liggen, dan is afkoop te overwegen.
Natuurlijk zullen er ook DGA's zijn die via de afkoop de rekening-courant schuld bij de BV wegwerken of een verlaging van de eigenwoningschuld willen bereiken. De afgeloste eigen woning vormt tenslotte vaak de pensioenpot voor later.
In de commerciële jaarrekening 2016 zal specifiek aandacht besteed moeten worden aan de nieuwe wetgeving.
Sommige DGA's hebben een pensioenregeling waarbij sprake is van een combinatie van eigen beheer en verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij. Zoals de gedachten nu zijn, kan de DGA na 31-12-2016 zijn pensioenpolis niet meer van de verzekeraar overbrengen naar zijn BV. DGA's die dit willen voorkomen, moeten nog dit jaar het verzekerde kapitaal terughalen naar de eigen BV. Kan de kortingsregeling worden toegepast? Kan dit overgebrachte pensioen in de spaarvariant ingebracht worden?
Wat te doen met de dalende risicoverzekering nadat de pensioenvoorziening is omgezet in een spaarvariant?
Hopelijk geeft het wetsontwerp, dat we met Prinsjesdag tegemoet kunnen zien, duidelijkheid inzake bovenstaande vragen. Het laatste woord is nog niet gesproken. De financiële belangen zijn groot.
