Vaststellen gebruikelijk loon DGA.
Directeur-grootaandeelhouders (DGA's) bepalen zelf de hoogte van hun salaris. In het verleden werd daardoor regelmatig een laag salaris vastgesteld. De politiek achtte dat onwenselijk en heeft aan het salaris van de DGA normen gesteld. Een DGA dient zichzelf hierdoor een ‘gebruikelijk loon' toe te kennen. Het vaststellen van dit gebruikelijke loon kon tot en met 2014 via twee methoden plaats vinden: via de vergelijkingsmethode of via de afroommethode.
De vergelijkingsmethode vloeit voort uit de Wet op de loonbelasting 1964 en houdt in dat het loon van een DGA tot en met 2014 ten minste gesteld moest worden op het hoogste bedrag van de volgende drie bedragen:
- 70% Van het loon uit een soortgelijke dienstbetrekking;
- Het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van deze onderneming, of met deze onderneming verbonden lichamen;
- € 44.000.
Hierbij gold nog wel een tegenbewijsregeling: Als een gebruikelijk loon voor een soortgelijke dienstbetrekking lager was dan € 44.000, mocht het loon op dat salaris worden vastgesteld. Daarnaast kon in specifieke gevallen de afroommethode worden toegepast, dankzij rechtspraak van lagere rechters. Bij deze methode wordt het vast te stellen gebruikelijk loon berekend op basis van de opbrengsten van de BV verminderd met de aan die opbrengsten toe te rekenen kosten exclusief het loon van de DGA.
Op 24 juni 2016 (nr. 2016/1269) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de systematiek van de wet bepaalt dat de vergelijkingsmethode altijd voorrang heeft op de afroommethode. De afroommethode kan dus alleen worden toegepast als er géén soortgelijke dienstbetrekking is. Als er een vergelijkingsloon beschikbaar is, komt toepassing van de afroommethode niet aan de orde.
Met ingang van 1 januari 2015 is de wet gewijzigd. Vanaf die datum is de DGA verplicht de hoogte van het loon te stellen op ten minste het hoogste bedrag van de volgende bedragen:
- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- Het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van deze onderneming, of met deze onderneming verbonden lichamen;
- € 44.000.
De vergelijkingsmethode kan vanaf 2015 in alle gevallen worden toegepast. Door de wetswijziging moet het loon van de DGA namelijk vergeleken worden met de meest vergelijkbare dienstbetrekking, in plaats van een soortgelijke dienstbetrekking.
Opmerking BM-Advisering:
Er is altijd sprake van een meest vergelijkbare dienstbetrekking. De afroommethode is dan ook (door de wetswijziging met ingang van 2015 in combinatie met het arrest van de Hoge Raad) buiten spel komen te staan. De regering is voornemens om in 2017 oprichters van startende en doorgroeiende bedrijven een verlichting te geven voor het gebruikelijk salaris. De bedrijven draaien de eerste jaren vaak negatief en daarom wordt overwogen om deze DGA's toe te staan dat ze gedurende de eerste drie jaren hun gebruikelijk salaris op het minimumloon mogen stellen.
