AOW-pensioenrichtleeftijd versus pensioenrichtleeftijd:
AOW-pensioenrichtleeftijd:
In de AOW-wetgeving is de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd vastgelegd. Voor de periode na 2021 is de AOW-gerechtigde leeftijd automatisch gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddeld resterende levensverwachting. Het CBS stelt dit cijfer vast. Zoals bekend heeft het CBS de raming voor 2022 onlangs bekendgemaakt; dit heeft tot gevolg dat de AOW-gerechtigde leeftijd met ingang van het kalenderjaar 2022 wordt verhoogd van 67 jaar naar 67 jaar én drie maanden.
Pensioenrichtleeftijd:
De pensioenrichtleeftijd is de rekenleeftijd die wordt gebruikt voor het berekenen van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw. Deze leeftijd bij het werknemerspensioen is ook afhankelijk van de gemiddelde resterende levensverwachting - en dus ook van de CBS-raming. De pensioenrichtleeftijd wordt met ingang van 1 januari 2018 met één vol jaar verhoogd van 67 naar 68 jaar.
Opmerking BM:
Hoewel de regeling al enkele jaren in de wet staat, worden de effecten van de stijgende levensverwachting nu wel heel duidelijk. De AOW- en pensioenrichtleeftijd gaan, in rap tempo, verder omhoog. Op basis van eerdere ramingen van het CBS zal de AOW-gerechtigde leeftijd in 2030 op 68 jaar uitkomen. De onzekerheid over het moment waarop werknemers met pensioen kunnen, zal toenemen.
Voor werkgevers zal het belang van duurzaam-inzetbaarheidsbeleid en goede pensioenvoorlichting aan werknemers verder toenemen.  
De verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar heeft tot gevolg dat de pensioenregeling van de werkgever vóór 1 januari 2018 wederom moet worden aangepast. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd heeft een licht verlagend effect op de pensioenpremie. De huidige lage rentestand is een groter probleem voor alle pensioenfondsen. 
