Vanaf het belastingjaar 2017 is het forfaitaire rendement van box 3 afhankelijk van de omvang van het vermogen. Hierbij gelden drie schijven. Het belastingvrij vermogen per belastingplichtige bedraagt € 25.000.

Onlangs heeft het Ministerie van Financiën een indicatie gegeven van de tarieven voor box 3 in de jaren 2018 en 2019. In een schema ziet het effectieve belastingtarief in box 3 er dan als volgt uit:

De tarieven zijn gebaseerd op de volgende forfaitaire rendementen:

• Sparen: 1,63% (2017), wordt 1,3% (2018) en 0,89% (raming 2019).
• Beleggen: 5,39% (2017), wordt 5,38% (2018) en 5,33% (raming 2019).

Opmerking BM-Advisering:

We zien dat de spaarpercentages dalen (gebaseerd op het gemiddelde van de afgelopen jaren). Dit berekende percentage blijft echter nog steeds achter bij de actuele rentepercentages. De wet kent echter geen tegenbewijsregeling als het werkelijk behaalde rendement lager is dan het vastgestelde forfaitaire rendement. De sparende belastingplichtige blijft het gevoel hebben dat hij meer belasting betaalt dan hij aan rente ontvangt.

Afhankelijk van het rendement dat de belastingplichtige maakt, zou het alternatief voor sparen in box 3 kunnen zijn: 

• Sparen en beleggen in de eigen BV (box 2), 
• Sparen en beleggen in een VBI (vrijgestelde beleggingsinstelling) of 
• Sparen en beleggen in een open fonds voor gemene rekening.

Voor een zelfstandig ondernemer is er ook nog de mogelijkheid om geld onder te brengen in de eigen onderneming (box 1), zolang er geen sprake is van definitief overtollige liquiditeiten in de onderneming.

Als geld van box 3 wordt overgeheveld naar box 1 of box 2 gelden wel de ingewikkelde en zeer specifieke regels gericht op het tegengaan van het zogenaamde ‘box-hoppen’. De gelden dienen gedurende een minimale periode tot de bezittingen van box 1 of box 2 behoord te hebben.

Neem voor meer informatie aangaande dit onderwerp contact op met BM-Advisering.