Pensioenfondsen; verplicht gesteld of niet?
Een ondernemer met personeel moet zich altijd de vraag stellen of er sprake is van een verplichte aansluiting bij een pensioenfonds.
In Nederland zijn zo'n 75 verplicht gestelde bedrijfspensioenfondsen actief. Dit heeft tot gevolg dat, indien een onderneming in een sector werkzaam is waar een verplicht gesteld pensioenfonds geldt, deze onderneming zich in principe bij dit pensioenfonds moet aansluiten. Op die manier bouwt ongeveer 80% van de Nederlandse beroepsbevolking een pensioen op bij een bedrijfspensioenfonds. Met ingang van 1 januari 2015 moeten deze pensioenfondsen hogere financiële buffers aanhouden.
Bij verplicht gestelde pensioenfondsen wordt de premie gebaseerd op solidariteit, waardoor de premie een doorsnee-premie is, onafhankelijk van de werkelijke leeftijd van de medewerker.
Als er geen verplichte aansluiting bij een pensioenfonds aan de orde is, kan de werkgever voor zijn werknemers een pensioenregeling treffen bij een verzekeraar. Als de pensioenregeling bij een verzekeraar is ondergebracht, dan is de premie afhankelijk van het actuele werknemersbestand van de werkgever. Met name werkgevers met een relatief jong werknemersbestand kunnen een aanzienlijk financieel voordeel behalen bij een pensioenregeling bij een verzekeraar.
Opmerking BM-Advisering:
Dit betekent dat bij het opstarten van een nieuwe onderneming, bij fusie, bij splitsing, bij overname en bij wijziging van de bedrijfsactiviteiten altijd gekeken moet worden of er mogelijk sprake is van een verplicht gestelde pensioenregeling. De werkgever heeft op grond van de wet een onderzoeksplicht.
Het is zeker de moeite waard om voor iedere nieuwe onderneming te onderzoeken of een verplichtstelling van een bedrijfspensioenfonds al dan niet aan de orde is.
