Herwaardering landbouwgronden naar WEVAB niet geoorloofd.
Casus:
Tot het ondernemingsvermogen van melkveehouder X behoort landbouwgrond in eigendom en in pacht. De 43.91.89 ha landbouwgronden van X zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere bedrijfswaarde (€ 289.293).
X heeft met het oog op een mogelijke afschaffing in de toekomst van de landbouwvrijstelling, zijn landbouwgronden per 30 april 2010 geherwaardeerd op de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) door zijn tot dan toe gehanteerde waarderingsstelsel te wijzigen. Het hiermee behaalde voordelige resultaat ad € 1.417.536 is volledig onder de landbouwvrijstelling gebracht. Een bijkomstigheid voor X was dat er hierdoor een positief eigen vermogen ontstond en hij de mogelijkheid kreeg om een dotatie aan de fiscale oudedagsreserve te doen. De inspecteur staat de stelselwijziging niet toe omdat het nieuwe stelsel naar zijn mening in strijd is met goed koopmansgebruik en een tussentijdse wijziging van het stelsel bovendien niet geoorloofd is.
Rechtbank Noord-Nederland d.d. 5 september 2013 was het eens met de inspecteur. Belanghebbende ging in hoger beroep.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 13 mei 2014 verzet goed koopmansgebruik zich niet tegen het gekozen waarderingsstelsel (waardering op de WEVAB). Het Hof heeft voorts geoordeeld dat in het onderhavige geval, waarin anticiperend op de mogelijke afschaffing van de landbouwvrijstelling is gekozen voor een stelselwijziging, geen sprake is van een oogmerk van het behalen van incidenteel fiscaal voordeel. De staatssecretaris van Financiën heeft tegen dit oordeel cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld.
De Hoge Raad d.d. 10 juli 2015 (nr. 14/03102) overweegt dat het voorgestane stelsel van waardering op de WEVAB kan leiden tot gevolgen die strijdig zijn met de strekking van de landbouwvrijstelling. Volgens dit waarderingsstelsel worden immers de onder de landbouwvrijstelling vallende waardeveranderingen, die bij vervreemding of onttrekking worden gerealiseerd, voordien al jaarlijks in aanmerking genomen en tot uitdrukking gebracht in de fiscale boekwaarde(n) van de gronden. Daardoor kunnen in een later jaar ontstane waardedalingen die niet onder de landbouwvrijstelling vallen en/of gemaakte verkoopkosten, niet meer worden gesaldeerd met de reeds in aanmerking genomen vrijgestelde waardeveranderingen. Dit gevolg maakt dat het stelsel van waardering op de WEVAB niet strookt met goed koopmansgebruik, omdat het in strijd moet worden geacht met de landbouwvrijstelling. Het cassatieberoep van de staatssecretaris wordt gegrond verklaard, het gelijk is aan de belastingdienst.
Uitleg:
In essentie was de vraag aan de orde of (1) bij de fiscale jaarwinstbepaling ten aanzien van landbouwgrond een waarderingsstelsel mag worden toegepast waarbij de grond jaarlijks wordt gewaardeerd op de actuele WEVAB, en indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, of (2) tussentijds mag worden overgeschakeld naar een dergelijk waarderingsstelsel.
Het grote voordeel van het jaarlijks waarderen de actuele WEVAB is dat bij een stijgende WEVAB de landbouwvrijstelling direct wordt gerealiseerd. Mocht de landbouwvrijstelling in de toekomst ooit worden afgeschaft of ingeperkt (zonder overgangsmaatregelen), dan bestaat er geen onzekerheid over de toepassing van de landbouwvrijstelling over de waardestijgingen uit het verleden.
Jaarlijks publiceert de belastingdienst de actuele WEVAB van gronden over de diverse regio's van Nederland. Deze gegevens zijn dus voor iedereen kenbaar.
Desondanks besluit de Hoge Raad het gelijk te geven aan de belastingdienst, omdat alleen werkelijk behaalde boekwinsten onder de landbouwvrijstelling vallen.
Ingevolge artikel 3:25 Wet IB 2001 wordt de in een kalenderjaar genoten winst (jaarwinst) bepaald volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst. Het jaarlijks aanpassen van de boekwaarde van landbouwgrond aan de WEVAB is geen goedkoopmansgebruik.
Wil de ondernemer toch zijn landbouwgrond herwaarderen, dan zal hij zijn toevlucht moeten nemen tot een nieuwe of bestaande maatschap of vennootschap onder firma. De belastingdienst heeft deze herwaarderingsmethode expliciet goed gekeurd. Denk hierbij aan het vormen van een maatschap met de beoogd bedrijfsopvolger waarbij deze mede gerechtigd wordt in de toekomstige waardestijging van landbouwgrond. Met enige goede planning kan deze wijze van herwaardering ook een tweede keer toegepast worden.
BM-Advisering heeft altijd verkondigd dat het verhogen van de verkrijgingsprijs van landbouwgrond naar de WEVAB, niet voldoet aan de eisen van goedkoopmansgebruik. Wij zijn voorts van mening dat een agrarisch ondernemer die onderdeel uitmaakt van een ruilverkaveling een bijzondere omstandigheid heeft die een ophoging naar WEVAB mogelijk maakt.
Voor vele agrariërs blijft de steeds weer terugkerende vraag: hoe lang blijft de huidige landbouwvrijstelling nog bestaan? We zullen het maar niet gaan hebben over welk vertrouwen je kunt ontlenen aan een uitspraak van de regering op dit punt. Recent heeft staatsecretaris Sharon Dijksma nog aangegeven dat de landbouwvrijstelling vooralsnog niet wordt afgeschaft.
